Nederlanders! Stop uw xenofobe klaaglust!
Schrijvers steken vanavond donderpreken af over `De staat van Nederland’ op het literatuurfestival `Winternachten’ in Den Haag. Herman Franke hekelt het autisme dat over Nederland gekomen is en waardoor steeds meer mensen zich gedragen als de boer die niet vreet wat hij niet kent.
Door Herman Franke
zaterdag 18 januari 2003
Beminde ongelovige honden!
U moest u schamen!
Zie toch om u heen. Ons land is binnen korte tijd in hoog tempo een dorp geworden. Het seksuele wangedrag van de bakkersvrouw vindt u belangrijker dan het politieke wangedrag van Sharon. De eeuwige grillen van het weer en de verlichtingsrages op donkere feestdagen overvleugelen het wereldnieuws. U komt liever met dwaas volgehouden kunstjes in het Guinness Book of Records dan op de erelijst van weldoeners voor de mensheid. Wie droomt er nog van een Albert Schweitzer te worden?
De kranten versimpelen tot streekblaadjes. Er is alleen nog regionale televisie. Zelfs het NOS-journaal is vanuit de grote wereld de stadsbuurten en clubhuizen ingetrokken op zoek naar de emoties van de gewone mensen. De nitwitten, praatjesmakers en amateurs hebben het voor het zeggen op straat, in het parlement en voor de camera’s.
Talkshows zijn verworden tot verjaardagspartijtjes waarop eindeloos over de karakterologische eigenaardigheden en relationele bokkesprongen van de grote familie van bekende Nederlanders wordt geroddeld.
Als in Irak een wereldoorlog dreigt, openen de televisiejournaals met de aanstelling van een nieuwe ijsmeester bij de Friese Elfstedentochtvereniging en zien we wéér die archiefbeelden van de onsterfelijke Reinier Paping met bevroren snot aan zijn neus. De keelpijn van een landelijk vermaarde liedjeszanger is in Holland topnieuws geworden.
Eens bevoeren de Hollanders de wereldzeeën. Eens stond in Amsterdam een verrekijker die naar alle windrichtingen tuurde. De mensen hielden hun handen boven hun ogen tegen het zonlicht om naar de horizon te kunnen kijken. Ze waren nieuwsgierig en avontuurlijk. De Hollanders trokken erop uit en kwamen terug met nieuwe kennis, nieuwe waren en een verbrede kijk op het aardse geploeter. Ze spraken alle talen van de wereld.
Tot voor kort kende het buitenland ons moralistisch geheven vingertje en kreeg onze bemoeizucht met het groteske onrecht in de wereld de geuzennaam van Hollandse ziekte. Nu kan iedereen over de grens doodvallen. Nu bestaat het buitenland alleen nog voor de zon en de ligstoel.
Bij honderdduizenden stappen we in een vliegtuig om te landen nabij een strand met eethuizen en disco’s. Daar lezen we de kranten van thuis en lachen om de onbegrijpelijke krompraat en rare gewoonten van de plaatselijke bevolking. We komen door het hersenloos gezuip dommer terug dan we gingen. De enige kennis die we opdoen bestaat uit die van de prijzen van bier, biefstuk en condooms.
Heel Nederland is een in zichzelf gekeerd xenofoob provinciestadje geworden, een zelfgenoegzaam, volgevreten egocentrisch kutland waar ratelbanden de scepter zwaaien en televisiemakers randdebielen opstoten in de vaart der volkeren. Dit land verkeert in een verregaande staat van autisme. Steeds meer Nederlanders gedragen zich als de spreekwoordelijke boer die niet vreet wat hij niet kent. Wat onbekend is, is slecht.
Opkomen voor het algemeen belang is tot schaamteloos najagen van pietepeuterig eigenbelang verworden. De ontwikkelingshulp is verlaagd en moet van de nieuwe politici naar nul komma nul, een minister voor de Derde Wereld kan er niet meer van af, de grenzen worden gesloten; wat rest is een eigen-volk-eerst-mentaliteit die van patserige warhoofden ministers maakt en van geleerden stomme boeren, een incestcultuur die culturele mongolen baart.
In Holland heerst een grootschalig, miezerig en toch opgefokt navelstaren. In dit land wordt zo weinig over de grens gekeken, dat men zijn zegeningen niet meer weet te tellen. Men ziet met kleppen voor de ogen immense welvaart voor armoede aan, de laagste moordcijfers ter wereld voor een geweldsexplosie, ongekende vrijheid voor gevangenschap, een zorgvuldige rechtspraak voor inquisitie, een krachtige democratie voor een dictatuur, kennis van zaken voor arrogantie, daadkracht voor machtswellust.
Hoogstaande medische zorg wordt gereduceerd tot het ongemak van wachtlijsten, die juist bewijzen dat die zorg steeds meer voor iedereen is en dat geen enkel kwaaltje nog langer dan strikt nodig wordt verdragen. Hoe meer zorg voor iedereen, hoe meer wachtlijsten, maar dat ziet men niet met die decadente klaagogen.
Ik kreeg eens een brief van een man die het de overheid kwalijk nam dat hij geen nicotinepleisters vergoed had gekregen want nu had hij zijn longen kapot gerookt omdat hij uit zichzelf natuurlijk niet met roken stoppen kon. In één moeite door verweet hij de buitenlanders het ongeremd fokken van kinderen op staatskosten.
Er is in dit land volop eten voor iedereen, zóveel dat men massaal te dik wordt en het de volksgezondheid ondermijnt. Men zuipt zich vrolijk lachend leverkwalen en hartklachten. Iedereen heeft een dak boven het hoofd, verwarming en voldoende kleding, ook zij die niet werken of niet kunnen werken. Maar als een egomane politieke rancunestoker bizar het loodje legt, klinkt uit die welvaartskelen dat men nu alle hoop op een menswaardig bestaan verloren heeft.
In dit land is de grootste gemene deler heilig verklaard. Mooi is wat het volk mooi vindt, waar is wat de massa waar vindt, het beste verstand is het gezonde volksverstand. Dat zeggen zelfs mensen die beter weten uit angst voor fortuynistische elitehaat.
Nog even en mensen met brillen op en een slim glimlachje worden te werk gesteld in hervormingskampen in Oost-Groningen waar ze gedwongen worden op straatniveau te praten, op commando de emoties van Endemol te tonen en de kennis van de vaderlandse geschiedenis in te ruilen voor die van de jurken van Máxima en de Hollandse prestaties bij het wereldkampioenschappen pijltjes gooien. Er mogen daar alleen nog plaatjesboeken bekeken worden. Het is daar verboden anders dan in sound-bites het woord te voeren. Over de grens kijken wordt zwaar bestraft.
In dit decadente welvaartsland werpen we te pas en te onpas massaal bloemetjes en ontsteken we massaal waxinelichtjes uit verontwaardiging over kleinschalig welvaartsleed, maar het lijden van miljoenen zal iedereen een zorg zijn. Laag bij de gronds leedvermaak is een nationale sport met Paul de Leeuw als bondscoach en Beau van Erven Dorens als zijn talentvolle geniepige assistent.
Een witte mars voor de mensen die lijden in de hel van Tsjetsjenië komt niet in ons op. Onze solidariteit met slachtoffers strekt niet verder dan solidariteit met onze eigen burgerangst. We weten niet eens waar Tsjetsjenië ligt. En als er een warm strand was gingen we er nog heen ook om spotgoedkoop bruin te worden.
We vrezen een oorlog met Irak louter voor het effect op onze portemonnee. In Nederland is men bezorgder over de vertragingen van het treinverkeer dan over de slachting die aids in Afrika, Azië en Rusland aanricht. Als men al weet dat die slachting plaatsheeft.
Én maar in zichzelf gekeerd mooi zijn en narcistisch dansen op de megadanceparty’s, én zichzelf maar ziek vreten aan pretpilletjes én maar klagen over hoe slecht het hier is én maar afgeven op de wanhopigen die hier wat mee willen eten uit de overgevulde staatsruif.
Komop, landgenoten, doe wat, richt de blik naar buiten! Kom uit de luwte van het eng-Hollandse windscherm. Spiegel u niet in het zoete water van het IJsselmeer, maar open de vensters. Ga in de volle wind staan op het drielandenpunt te Vaals. Kijk, wend de blik af van het eigen, kleine, rancuneuze ongenoegen en vergelijk u met de miljarden die het zo oneindig veel slechter hebben.
Kom op, Nederlanders, trek uzelf uit het moeras van die provinciale, xenofobe klaaglust en open de ogen en armen voor de misdeelde medemensen over de grens en voor de buitenlanders die hier een goed heenkomen zochten. Herstel het geheven vingertje in ere, maak er een vuist van tegen honger, armoede, uitbuiting, onderdrukking, marteling, markterrorisme en culturele kaalslag. Kijk met die vissenogen verdomme toch eens verder dan het wiegelneusje van Zalm lang is.
Pas dan zal ik u de zegen geven.
Herman Franke is schrijver.
Ga terug naar overzicht